Wanneer leiders illusie voor de realiteit aanzien

01-07-2013

De meeste boeken over leiderschap vertellen ons wat een echte leider zoal moet doen of laten. Hoe we moeten handelen om succesvol te zijn en wat een leider eigenlijk is. Volgens mij echter, gaat leiderschap over iets heel anders. De vele adviezen laten de echte vraag achter de vraag ongemoeid. Deze is: ‘Wat is realiteit en wat niet’, en persoonlijk aan jou gesteld: ‘Hoe reëel ben je eigenlijk?’

Het lijkt een wat brutale en vreemde vraag, want we menen zelf al heel realistisch en praktijkgericht te zijn. We verafschuwen, abstract en zweverig gedrag of luchtfietsen zoals we dat binnenkamers noemen.

‘Mijn beleid moet reëel en aan het personeel uitlegbaar zijn’, zegt de CEO met verve. 'Iedereen kijkt naar me en heeft aan mij de sturing van deze organisatie toevertrouwd. Dat is mijn verantwoording en ik kan me daarom een onzekere of irreëele houding niet permitteren. Dat is nu eenmaal de rol die ik als het hoofd van deze organisatie heb en waar ik voor sta.’Vlinders

Dat klinkt heel verantwoordelijk en mooi, maar geeft nog geen antwoord op de vraag hoe realistisch hij is, die moet hij nog beantwoorden.

De weg naar succes
Het merendeel van de leiders hebben een afkeer van abstract of zweverig gedrag en dragen dat naar de organisatie uit. Daardoor is het cultuur in de organisatie geworden en tot standaard verheven. Iedereen is ervan overtuigd, dat pragmatisme en een realistische houding tot succes leiden.

Maar is dat ook zo? Is de realiteit die we zo roemen, ís die reëel? Klopt ons collectieve idee over realisme of is hij verouderd en aan herwaardering toe? Hoe realistisch is onze visie en beleid eigenlijk?

De cultuur van een organisatie ontwikkelt zich in de loop der tijd, door de gezamenlijke denkkracht van alle medewerkers. Zonder zich hiervan bewust, dragen ze die met hun houding en gedrag naar de markt toe uit. Het gaat erom, dat de organisatie zich onderscheidt, niet alleen met producten of diensten, maar vooral met haar gezamenlijke denkkracht! De directe vraag is dan ook: Hoe realistisch is die denkkracht van iedere medewerker en de leider in het bijzonder?

Wie is nu werkelijk 'de baas'?
Naast een functie die we hebben in de organisatie, zijn we in de eerste plaats leider over onszelf. Dat is ook waar de leider zijn medewerkers in deze complexe tijd op aanspreekt. De handen en voeten moeten proactief en effectief aan de visie en doelstelling van de organisatie bijdragen en dat doen ze - ook al is het onzichtbaar - vooral met hun enorme denkkracht. Dezelfde denkkracht waar de leiding van de organisatie, beleid en visie voor een uitdagende toekomst mee uitdraagt. De vraag hoe realistisch, fris, onafhankelijk en open hun denken dan ook is, is van groot belang. Daaruit komt immers ieders gedrag, houding en de overige handelingen voort.

Moeten wij dan niet voor onszelf en onze medewerkers in alle eerlijkheid vaststellen, dat zodra wij onze intelligente denkkracht inzetten, hij de leiding van ons overneemt! In plaats van wij die hem uitnodigen om wat hij weet en zich herinnert vrij en onbevangen aan ons door te geven, vertelt hij ongevraagd wat wij te doen dan wel te laten hebben. Onze denkkracht is van een creatieve en intelligente vrijplaats, een knellend keurslijf geworden. Hij, als door een virus besmet computerprogramma, legt ons zijn wil op en wij geven het stuur zomaar, zonder slag of stoot uit handen. We worden afhankelijk, terwijl we zelf menen de touwtjes stevig in handen te hebben. Is dat realistisch en pragmatisch?

Omdat we onszelf realistisch vinden en menen onszelf al goed te kennen, staan we er niet voor open en zijn we er niet op aanspreekbaar. Daardoor heeft dit virus zich ongemerkt in de organisatie kunnen nestelen, met de leiders als voorbeeld voorop! Al onze handelingen en onze dagelijkse bijdragen, zijn er onderhuids mee besmet en heeft ons juist irreëel gemaakt.

De echte realiteit
Hoe worden we weer realistisch en kan dat ook? Aan deze vraag kunnen we pas constructief werken, wanneer we inzien dat de bestaande status quo op illusie en drijfzand is gebouwd en we dus veel minder reëel zijn dan we zelf menen. Dit feit frank en vrij toegeven, is de eerste en misschien wel meest belangrijke stap.

De tweede stap is je afvragen hoe reëel het is om een organisatie en haar leiding, die sinds ze met elkaar samenwerken en dit virus onbewust hebben gekoesterd, in één klap om te krijgen? Lukt het om jouw denkkracht van illusoir, zomaar realistisch te maken? Is dat reëel?

Nee, dat gaat zo niet. Eerst en als derde stap, zullen de oude bestanden moeten worden opgeschoond en de belemmerende virussen met een speciaal daarvoor geschreven programma worden verwijderen. Daar zijn offers, tijd, commitment en de juiste energie voor nodig.
Ben jij bereid jouw huidige denkkracht te overschrijven en door nieuwe, meer aan de tijd aangepaste programma’s te vervangen? Durf je echt onderscheidend te worden? Heb je daar de juiste intentie, de wil, de kracht en energie voor? 

 

 

Reactie toevoegen



Om veiligheidsredenen vragen wij u de letters van het onderstaande plaatje over te nemen *